Werkbaar werk evolueert voorzichtig positief
Investeren in werkbaar werk loont
Werkbaar werk zorgt voor kwaliteitsvolle jobs, houdt werknemers gezonder en maakt doorwerken tot pensioenleeftijd meer haalbaar
Uit de nieuwe, grootschalige werkbaarheidsmeting van de SERV|Stichting Innovatie & Arbeid blijkt dat de kwaliteit van de jobs in Vlaanderen terug de goede kant op gaat. Het aantal werknemers zonder werkbaarheidsknelpunten stijgt van 49,6% (2019) naar 51,8% (2023). Werknemers zijn meer gemotiveerd aan de slag en hebben meer leermogelijkheden dan in 2019. De cijfers voor de werk-privébalans en werkstress zijn dan weer onveranderd tegenover 2019. Vooral de werkstresscijfers blijven op een zorgelijk hoog niveau: één op de drie werknemers heeft werkstressklachten. Verder inzetten op werkbaar werk blijft dus nodig.
Uit de cijfers blijkt ook dat werkbaar werk niet alleen ten goede komt aan de werknemers maar dat ook de ondernemingen en de samenleving er de vruchten van plukken. Werknemers met een werkbare job blijven hun werkgever trouwer: slechts een kleine fractie (3,5%) kijkt uit naar ander werk. Op een krappe arbeidsmarkt waar vacatures moeilijk in te vullen zijn, loont het dus om werkbare jobs aan te bieden. Maar ook de samenleving wint met werkbaar werk: met een werkbare job zien ruim 4 op de 5 veertigplussers het haalbaar om door te werken tot de pensioenleeftijd. Daarnaast melden werknemers met een werkbare job zich minder vaak ziek. Mét werkbaar werk is slechts 14,4% van hen het voorbije jaar vaak of lang afwezig geweest door ziekte. In een job met werkbaarheidsknelpunten loopt dat op tot ca. een kwart van de werknemers. Werkbaar werk houdt werknemers dus niet alleen langer maar ook gezonder aan de slag.
Caroline Copers, voorzitter SERV:
De cijfers van de werkbaarheidsmeting 2023 evolueren voorzichtig positief. We zien vooral verbetering in de mate waarin werknemers autonoom kunnen werken, meer afwisselend werk hebben en kunnen rekenen op betere ondersteuning door hun baas. Dat heeft een gunstig effect op de leermogelijkheden en motivatie. De aanhoudend hoge werkstress baart ons wel zorgen: omgerekend 895.000 werknemers in Vlaanderen hebben last van te hoge werkstress. Als sociale partners blijven inzetten op werkbaar werk via het sociaal overleg en met de Vlaamse Regering blijft dus zeker nodig. Werkbaar werk zorgt niet alleen voor meer kwaliteitsvolle jobs maar leidt ook tot minder ziektedagen en meer mogelijkheden om tot de pensioenleeftijd te werken.
Werkbaar werk evolueert voorzichtig positief
Twee van de vier werkbaarheidsindicatoren zijn verbeterd t.o.v. de vorige werkbaarheidsmeting in 2019. Het gaat over leermogelijkheden en motivatie:
- terwijl in 2019 nog 16,6% van de werknemers een leerdeficit had, is dat nu gedaald naar 13,6% (2023). En nog beter: we zien deze afname van het leerdeficit over alle metingen heen. Steeds meer werknemers krijgen voldoende leerkansen en kunnen hun competenties op de werkplek ontwikkelen.
- de stijgende trend van motivatieproblemen sinds 2016 is in 2023 gestopt. 81,2% van de werknemers is gemotiveerd aan de slag tegenover 80,2% in 2016 en 78,9% in 2019. Anderzijds blijft één op de vijf werknemers zijn job weinig boeiend en aantrekkelijk vinden. Vooral kortgeschoolde arbeiders komen terecht in deze minder motiverende jobs.
- Voor de twee andere werkbaarheidsindicatoren werk-privébalans en werkstress stellen de onderzoekers een status quo vast:
- over de balans tussen werk en privé hebben werknemers het minst vaak klachten. In 2023 gaat het over 12,9% van de werknemers, dat is vergelijkbaar met de vorige meting (2019). In de onderwijs- en financiële sector en bij kaderfuncties liggen de combinatieproblemen tussen werk en privé het hoogst.
- In de meting van 2023 heeft ruim één derde (36,1%) van de werknemers af te rekenen met werkstressklachten. Een derde hiervan of omgerekend 330.000 werknemers lopen een verhoogd risico op burn-out. Sinds het begin van de werkbaarheidsmetingen (2004) is werkstress het vaakst voorkomende werkbaarheidsknelpunt.
- Combineren we de resultaten van de vier werkbaarheidsindicatoren dan hebben 51,8% van de werknemers in Vlaanderen een werkbare job zonder knelpunten. Dat betekent dat ze geen problemen hebben op het vlak van werkstress, motivatie, leermogelijkheden en werk-privébalans. Dat is beter dan in 2019 (49,6%). De kwaliteit van de jobs in Vlaanderen is de voorbije vier jaar dus gestegen.
Meer cijfers en werkbaarheidstips vind je op werkbaarwerk.be.
De situatie op de werkplek is verbeterd
Naast de werkbaarheidsindicatoren verzamelt de werkbaarheidsmeting ook cijfers over zes risico-indicatoren. In de nieuwe meting scoren vooral autonomie, afwisseling in het takenpakket en de relatie met de baas beter dan voorheen. Er wordt niet alleen tegenover 2019 maar ook over de voorbije twintig jaar vooruitgang geboekt. Ook taakeisen zoals werkdruk, emotionele belasting en fysiek belastende werkomstandigheden zijn verbeterd t.o.v. 2019 maar minder goed dan of vergelijkbaar met de nulmeting van 2004.
Blijven inzetten op werkbaar werk
De afgelopen jaren won het thema werkbaar werk aan belang, zowel op de agenda van het beleid als op de werkvloer. Voor de Vlaamse werkgevers- en werknemersorganisaties, verenigd in de SERV, wijzen de cijfers van de nieuwe werkbaarheidsmeting op de gunstige effecten van werkbaar werk op jobs en arbeidsmarkt. Tegelijk tonen ze ook aan dat de rit nog niet gereden is aangezien bijna de helft van de werknemers met één of meerdere werkbaarheidsproblemen blijft te kampen hebben. Blijven meten en inzetten op werkbaar werk is ook in een nieuwe legislatuur dus zeker nodig.